Pal tegenover ons woonde de familie de Greeuw, net als de meeste andere gezinnen in de buurt zeer kinderrijk. Ik herinner mij Kees, Ans, Marian, de tweeling Sjaak en Guus en Tonnie de Greeuw. Vader Jaap was werkzaam bij Welkers op de hoek van de Turfhaven en de Gouw in Hoorn en in de avonduren was hij veelal werkzaam als kelner, o.a. in de Parkschouwburg. Buurvrouw de Greeuw had, als zovele moeders in die tijd, haar handen meer dan vol aan de huishouding en het opvoeden en begeleiden van de kinderen. Ans had in die tijd al verkering met Paul Reus, een aardige jongen, en als ik goed ben bijgepraat is ze daar later ook mee getrouwd en schijnt dat nog steeds te zijn, hetgeen tegenwoordig wordt gerekend tot een prestatie van formaat. Kees behoorde tot de groep buurtjongens, die ook altijd mee ging voetballen, was een fervent zwemmer, waarbij ie velen van ons de stuipen op het lijf wist te jagen, als hij bij het Houten Hoofd onderdook en veel en veel later heel ver weg weer ergens opdook. Als er ijs lag dan was Kees wel zo’n beetje de eerste die het ijs ging uitproberen op houdbaarheid en als ergens leuke rarigheid werd uitgehaald dan stond hij altijd vooraan. Met Kees ben ik langdurig opgetrokken toen we beiden werkzaam waren bij de Technische Unie in Amsterdam, wat mij gelijk doet denken aan de dagelijkse treinreizen, waarbij wij altijd een grote groep hadden, waarmee we dan de tijd doorbrachten met kaarten, praten, dollen etc. Ook Ares Verell behoorde tot de vaste medereizigers en was altijd nog maar net op tijd in de trein. Zodra je de conducteur hoorde fluiten kon je er bijna zeker van zijn dat Ares op het punt stond om nog net binnen te stormen, overduidelijk net uit z'n bed gerold.
Op de maandagmorgen was het altijd extra vermakelijk in de trein wanneer Ares ging vertellen over zijn weekend-uitspattingen. Nou had Ares nogal een fors stemgeluid, waardoor iedereen in de coupé probleemloos kon meeluisteren en dat wilde nog wel eens tot de nodige hilariteit leiden. Want toen hij eens de zin uitsprak "afijn, ik trek me broek uit en daar komt opeens die vader van dat meisje aanzetten...." was de hele coupé muisstil, wat iedereen behalve Ares opviel, waardoor half Hoorn zo’n beetje op de hoogte was van diens uitspattingen. Ooit kwam Kees de Greeuw op maandagmorgen hand in hand met een meisje aanlopen, dat ook altijd bij ons in de groep zat. Er was klaarblijkelijk iets gebeurd, maar Ares was de eerste om het woord te nemen: "Ik geloof dat er zich dit weekend een mutatie heeft voorgedaan in de verhoudingen...." Iedereen brullen en Kees gaf uitleg. Onvergetelijk die treinreizen, o.a. ook met Fred Veerman, die ik niet zo lang geleden ook op TV heb kunnen bewonderen bij de bouwfraudeaffaire, waarbij Fred een belangrijke rol heeft gespeeld en op de buis zeer zichtbaar van leer trok. Kees de Greeuw woont, afgaande op mijn bronnen, momenteel in Hoogkarspel.
Marian de Greeuw, klein en leuk brutaal type, trok regelmatig met ons op, waarbij we ook de fameuze stand in de mand spelletjes deden en als mijn informatie juist is woont ze momenteel in Almere. Sjaak en Guus noemden we de bloemkooltjes, al weet ik niet meer waarom, waarvan ik niet weet waar ze tegenwoordig verblijven en Tonnie de Greeuw was altijd een grappig brutaal mannetje. Type: haantje de voorste. Momenteel heeft hij een voegbedrijf en schijnt het grappige er een beetje af te zijn, waardoor ik hem wil verzoeken om dat toch weer een beetje op te roepen, omdat het zo leuk was. Hij woont aan de Koepoortsweg, dus wie weet kunnen we binnen afzienbare tijd wel eens een stukkie aan hem wijden.
De heer en mevrouw de Greeuw wonen beiden nog steeds in hetzelfde pand en krijgen nog regelmatig bezoek van de kinderen, waarvan de meerderheid redelijk dicht in de buurt woont.
Onlangs echter, in mei of juni 2011 zijn ze verhuisd naar de Kersenboogerd.