Familie Keet
Op de hoek Merensstraat/ Koepoortsweg woonde de familie Keet. Mijn neef Ben en ik, die altijd met elkaar optrokken, kwamen daar wel eens over de vloer, omdat we dan bij Cees Keet gingen spelen. De familie Keet was een bijzondere familie, meer specifiek vader Keet. Hij was mede-eigenaar van een grossiersbedrijf op het Kleine Noord, daar waar nu Madame Cheung zit. Pa Keet was ook erg doof. En daar wil ik graag een sterk staaltje over vertellen.
Zo nu en dan speelden we dus in dat grote huis van de Keten. Ik weet niet meer precies waarom, maar Bennie en ik gingen ons daar op een fraaie dag totaal tebuiten. Vanaf de bovenste verdieping smeten we matrassen naar beneden en nog veel meer, dat we dan weer probeerden te laten belanden op die eerder neergekwakte matrassen. In mijn herinnering hebben we de hele inboedel van die etage naar beneden gegooid en Bennie en ik kwamen niet meer bij, maar voelden ons toch wel wat opgelaten. Op een bepaald moment was het tijd voor de thee, beneden in de huiskamer. Cees, Bennie en ik naar beneden en daar zat ook pa Keet die z'n best deed om goed naar ons te luisteren, hetgeen hem zichtbaar de grootste moeite kostte.
Bennie voelde zich om uiteenlopende redenen meer en meer opgelaten. Uiteraard door de aangerichte verwoesting, maar ook omdat de spanning in het huis en de dove Keet het nodige van hem vergden. Cees had in die tijd een lichte vorm van stotteren, waar ik normaal nooit zo'n moeite mee had. Bennie daarentegen moest zich vaak erg inhouden om niet in lachen uit te barsten. In de kamer was de spanning dus flink toegenomen bij met name mijn neef, die ik in mijn ooghoek de gekste dingen zag uithalen om vooral niet nerveus te lachen. Ik wist dat ik niet naar hem moest kijken, maar kon dat ook niet doen naar Cees die inmiddels bezig was al hakkelend en puffend een verhaaltje te vertellen. Maar ik kon ook niet naar pa Keet kijken, want die zat erbij of ie er niets van begreep en om die reden wat wanhopig om zich heen keek.
Eindelijk dan was het verhaaltje van Cees er helemaal uit en Bennie was erin geslaagd om de bij hem zichtbaar opgelopen spanning niet te laten escaleren. Maar ik zag dat ie tegen het kookpunt aanzat. En toen gebeurde er iets wat het allemaal deed ontploffen. Cees had dus echt zijn uiterste best gedaan om z'n verhaaltje te vertellen en dat had het nodige van hem gevergd. Je kon dan ook aan hem zien dat ie blij was met dit afgeronde verhaal. Dat zat er tenminste op. Maar toen kwam het: pa Keet stelde op dat moment de historische vraag: "Wat zeg je Cees?" en daarna hield Bennie het uiteraard niet meer. Hij ontplofte. Alle spanning gierde uit z'n lichaam in een bulderende nerveuze lach, die absoluut niet tegen te houden viel. Ikzelf had het ook heel erg moeilijk. We weten niet of Cees het verhaal opnieuw verteld heeft, want wij verlieten de kamer om ons letterlijk urenlang over te geven aan een bevrijdende lach. Mijn neef Ben heeft jarenlang het woord Keet niet kunnen horen zonder onmiddellijk in een schaterlach uit te barsten. Eigenlijk kan ie het nog steeds niet. Geen idee of wij ooit nog eens naar de familie Keet zijn gegaan. Ik denk het niet.