Achteraan de Commandeur Ravenstraat bevond zich het Werenfridus Lyceum. De Commandeur Ravenstraat ging aan het eind over in een straat waarvan niemand de naam kende (iets met ´Keizer´erin) en dat naar mijn weten ook maar één huisnummer had en wel nummer 2. Dat was het huisnummer van de familie Tensen. Vader Piet Tensen, die als conciërge verbonden was aan de school, mocht om die reden z'n gezin huisvesten in deze prachtige woning. Naast vader Piet bestond het gezin uit tante Truus (zo noemden we haar) en de kinderen Jos, Ruud, John, Laura en Franca.
Vader Piet was een zeer rustige, ingetogen man, die zich zorgvuldig kweet van z'n taak om alles in de school op rolletjes te laten lopen. Daarnaast was hij (met zichtbaar meer bezieling) zeer actief binnen de voetbalvereniging Always Forward. Hij bekleedde daar uiteenlopende functies en je zag hem altijd wel ergens op het complex lopen, met ogenschijnlijk zinvolle zaken. Of gewoon een praatje makend met de andere leden. Z'n vrouw, Truus, voor ons tante Truus want ze hoorde bij ons, was een prachtvrouw. Een knaller van een mens. Tante Truus was zeer hartelijk, had een daarbij horende "zeg-het-maar-jongen"-uitstraling en had een prettig en zeer volumineus stemgeluid. Als ze sprak dan ging dat niet op fluistertoon. En als ze lachte - dat deed ze heel vaak - dan schaterde ze het uit. Haar gezicht stond ook helemaal ingesteld om een volgend lachsalvo weg te geven. Ook tante Truus was zeer veelvuldig bij Forward te bespeuren. Als je de Forwardkantine betrad, dan wist je meteen of tante Truus er was of niet, want haar klaterende lach was overal te horen.
Natuurlijk waren zowel vader Piet als tante Truus extra vaak rond de velden te bespeuren als de eigen jongens moesten voetballen. Het laat zich raden, dat je gelijk wist waar dat zich afspeelde, want haar aanmoedigingen hadden een geweldig bereik. Ik heb zelfs het vermoeden dat dit hoorbaar moet zijn geweest vanuit het eigen huis. Zoon Jos Tensen was ongeveer van mijn leeftijd, waardoor ik ook regelmatig samen met hem gevoetbald heb en dat zal zeker ook het geval zijn geweest tijdens de vele 'partijtjes' die we speelden op de Commandeur Ravenstraat. Eerst 'poten' natuurlijk, zodat de krachten gelijkelijk werden verdeeld. Jos is jarenlang werkzaam geweest bij het NHD, ook al zo'n katholiek bolwerk, waar het werkelijk rammelde van de 'Forward'-medewerkers. Ruud heeft jaren bij Philips gewerkt in de bedrijfsbeveiliging en werkt nu bij het Gerechtshof in Alkmaar. John begon als leerling timmerman bij de gebr. Peerdeman op de Drieboomlaan en heeft nu al jaren een eigen aannemerij. Laura is boekhoudster geworden en Franca werkt al heel lang in de thuiszorg. Alle kinderen zijn Hoorn trouw gebleven en wonen er nog en ook hun partners komen allemaal uit Hoorn. In 1985 werd vader Piet afgekeurd en zijn ze verhuisd naar de Vollerswaal waar ze nog vele jaren hebben gewoond. Vader Piet is in 2003 overleden en moeder Truus in november 2012.
Jos Tensen vertelt
"Die Keizerstraat bleek later De Keyzerstraat te zijn (naar Hendrik de Keyser, dat gek genoeg met een ‘s’ werd geschreven) en er waren twee nummers; op nummer 1 was het Werenfridus gevestigd en op nummer 2 woonde dus de familie Tensen in de dienstwoning van de school. Achter het huis van de familie Tensen lag het sportveld van het Werenfridus waar de jongens van Tensen uren hebben gevoetbald met vele vriendjes. (als de school uit was natuurlijk; daar zag vader Piet streng op toe) Voorbij het huis van de familie Tensen ging De Keyzerstraat over in een weggetje met sintels waarvan het ooit de bedoeling was dat De Keyzerstraat doorgetrokken zou worden tot de begraafplaats aan het einde van de Drieboomlaan. Dat is er echter nooit van gekomen. Volgens de overlevering was het wel een bekend vrijerslaantje waar in de avonduren heel wat afgescharreld is door, zeer waarschijnlijk, ook vele stelletjes uit Hoorn-Noord. Aan de kant van spoorlijn lag een enorm stuk braakliggend terrein waar met name vele jongens uit Hoorn-Noord uren hebben gespeeld en er was een familie waarvan de zonen iedere vakantie (behalve de kerstvakantie, dan was het te koud) in “het riet”, zoals het in de volksmond heette, hutten kwamen bouwen. Dat waren de jongens van de familie Beemsterboer uit de Jan Molenwerfstraat en vader Beemsterboer was volgens mij verzekeringsagent of zo. Daarnaast brachten deze mensen ook jaren het NHD rond. De jongens heten Jan, Nico, Fred en Co, maar misschien ben ik er een vergeten. Het waren grote gezinnen in die tijd, zeker met de Roomsche achtergrond, dus misschien waren er meer jongens in het gezin. Veel andere jongens uit het “oude” Hoorn noord hebben daar gespeeld; uit de Binnenblijfstraat, de Merensstraat, de Drieboomlaan, Willem Barentzstraat en de Jan Mayenstraat en als mijn ouders op een mooie voorjaarsavond nog een sigaretje rookten in de tuin, hoorden ze de jongens nogal luidruchtig cowboytje spelen en de opmerking “je bent dood klootzak” werd vaak door hen met een glimlach aangehoord. Onschuldig vermaak in een onbezorgde tijd.
Tussen de Commandeur Ravenstraat en de straat van Tensen (en dus de school) is later de Liornestraatgekomen. In de jaren vijftig en zestig was die er nog niet en werden de huizen van Goed Wonen aangeduid als het “open hofje” en even verder op de Drieboomlaan was het “dichte hofje”; aanduidingen die natuurlijk volkomen logisch waren. Toen het Werenfridus in 1956 in gebruik werd genomen werd de straat van het dichte hofje doorgetrokken naar de lijn van de Commandeur Ravenstraat. Aan de linker en rechterzijde boog de weg een beetje af en in het midden lag een braakliggend stuk terrein dat in de herfst steevast vol liep met water en werd aangeduid als “de Poel”.
Aan de ene kant van de Poel was het Werenfridus en aan de andere kant stonden de huizen van Smulders (de heer Smulders was moderator van het Werenfridus lyceum), dan op nummer 3 woonde de familie Spanger, daarnaast de familie Hueting, dan de familie Mulder en vervolgens de familie Broersen en Swier. Van deze families weet ik nog het volgende; vader Hueting was bankdirecteur bij de Amro-bank, dacht ik, en ze hadden daar vier jongens en een meisje. Die kinderen konden allemaal goed leren en zaten op het op het Westfries Lyceum. Broersen was eigenaar van een benzinepomp van de Esso op de oude E-10, ter hoogte van waar nu fase twee van de Grote Waal is. Nic Swier was veehandelaar en een aardige vent. Ze hadden daar twee meisjes en drie jongens, waarvan de tweeling Klaas en Charles die niemand uit elkaar kon houden. Bij Broersen hadden ze ook een tweeling, die, dacht ik, Ad en Pierre heten en ook niet uit elkaar waren te houden. Nic Swier was veehandelaar en een aardige vent.. Ze hadden daar twee meisjes en drie jongens, waarvan de tweeling Klaas en Charles die niemand uit elkaar kon houden. Spanger heeft nog heel lang gewoond op Liornestraat 3 (tot ongeveer 2008) en de laatste van de originele bewoners was Arie Broersen die in 2013 is overleden."