Geschreven door Marieke Bet
In mei 1950 ben ik geboren in de Commandeur Ravenstraat 28b, waar mijn ouders na hun huwelijk in 1949 waren ingetrokken. Mijn vader had toen een baan gekregen bij de Strafgevangenis Oostereiland als bewaarder. Onder ons woonde een lieve oude dame, mevrouw Zijp. Bij haar mocht ik even blijven als mijn moeder snel een boodschapje moest doen. Dan leefde ze helemaal op, volgens mijn moeder. De bomen langs het spoor vond ik als baby erg interessant, ik kon er uren naar kijken. Het was een idyllisch uitzicht met zo nu en dan een boemeltje naar Enkhuizen, en een houten brug over het spoor. Daar kon je door de spleten kijken en als de trein kwam moest je snel wegwezen. Dichtbij ons woonde de familie Van Tilburg (collega bewaarder) met Ria, Greetje en Helma. Zij verhuisden later naar het Grote Oost. Ook woonde er de familie Glas.
Verhuizing naar Het West
Na een jaar werd mijn broer Johan er geboren en weer een jaar later Dick. Met drie kinderen werd het bovenhuis natuurlijk te klein en wij verhuisden in 1954 naar een dienstwoning op het West nr. 14. Er werden nog drie kinderen geboren: Corrie, Henk en Jeroen. Daar heb ik samen met alle buurtkinderen veel buiten gespeeld en geweldig genoten. Ik had er leuke vriendinnetjes (Marianne Kuipers, Gieneke Brienesse, Evelien Balk) en wilde niet weg. Maar mijn vader veranderde van werk (hij wilde, als echte Westfries niet overgeplaatst worden naar Den Bosch) en ging als dierenverzorger (hertenkamp en voliére) bij de Gemeente Hoorn aan de slag. Dat hield ook in dat we moesten verkassen uit de dienstwoning.
Terug naar de Juniusstraat
Ik vond het toen niet zo geweldig dat wij in 1965 naar Hoorn-Noord teruggingen en in de Juniusstraat 83 terechtkwamen. De huizen daar waren net opgeleverd en het was een grote modderpoel. De leeftijd van buitenspelen was ik inmiddels ontgroeid. Er waren veelal gezinnen met kleinere kinderen. Van mijn leeftijd waren daar, voor zover ik me kan herinneren, alleen meisjes bij de familie Stam en aan de andere kant van de straat bij Altena (politie) en Appelman. Er was een duidelijke tweedeling in de straat (nieuw en iets minder nieuw) en wij woonden naast de orchideeënkwekerij en een slootje, op de hoek Vredehofstraat. Verder weg kon voor mijn gevoel niet. Later kwam daar het zwembad De Vredehof.
Naar school
Naast ons woonde de familie Peerdeman en daarnaast Stam. Achter ons de badmeester Cees van Leeuwen en op datzelfde stukje de families Bosscher en Dorleijn. Ik liep elke dag van het eind Koepoortsweg naar school en kwam onderweg verschillende meisjes tegen die een stukje met me opliepen. Ik herinner me o.a. MarieLouise Stikkelbroeck. Haar vader werkte bij Bruggemann Herenmode. Net als de vader van Kitty Appelman. Aan de andere kant van de Juniusstraat woonden ook mijn oom en tante, de familie van Leeuwen, met Maria, René (kunstenaar) en Rob. In de Hogerbeetsstraat op de hoek (net als wij) woonden ook een oom en tante: de familie Sijm, leraar, met Juliette, Dietrik, Norbert en Wino. Zij verhuisden later naar de Drieboomlaan, het eerste huis vanaf de Koepoortsweg, naast Van de Berg (de Beer). Al met al heb ik zo'n 6 jaar in de Juniusstraat gewoond. De orchideënkwekerij maakte plaats voor het zwembad en een schooltje. Er werden winkels gebouwd in de Vredehofstraat, een supermarkt De Kroon (Nieuwendijk) en een dansschool. We vermaakten ons voornamelijk met het draaien van plaatjes en op zaterdag gingen we naar het Kontaktcentrum en zondag naar de kerk met na afloop gezellig met de brommers naar iemands huis.